Omstreeks deze tijd van het jaar zou mijn moeder begonnen zijn met de opzet van haar ‘paasboom’: enkele bloeiende takken krulwilg in een gele vaas waaraan ze een heel nest kuikentjes, klokken, haasjes en bont beschilderde eitjes liet bengelen. Rond die boom schikte ze dan liefdevol enkele fotokaders waarin ze trots haar eigen ‘kuikentjes’ tentoonstelde. De onvoorwaardelijke liefde die ze voor ons koesterde werd daarmee nog maar eens op creatieve wijze bevestigd. Eens, lang geleden…
Wie daar nu nog mee afkomt krijgt steevast spot naar het hoofd geslingerd. “Platte commerçe!”, smaalt men dan. Wij, daarentegen, vonden het opzetten van de paasboom een uitzonderlijk warm ritueel om de nakende lente te vieren en even stil te staan bij de cyclus van leven en dood die de bundel takken de facto moest representeren: ons eigen kleine vanitas-tafereel op de buffetkast. De huidige (minimalistische) paastrends, waarbij je een lelie onder een stolp zet en hem langzaam laat verslensen, doet het daarom voor mij niet echt. Sorry, “Nest”.
Toch geloof ik dat er stiekem nog Magda’s, Moniques, Hilde’s, Rita’s en Lutgardes bestaan die, net zoals ik, verlangen naar de gezellige kitch van Pasen en andere melige trends die ongetwijfeld hip waren in de jaren 90. Daarom lieve dames, haal uw Libelles van weleer van onder het stof en laat u lekker gaan! Ps: vergeet jullie sprankelende paastakken niet op mijn facebook-tijdlijn te posten!
Dank je om mijn Paasboom te nemen 😉 Het doet me echt plezier dat mijn boompje bij je mooie schrijfsels mag staan 😘
LikeLike