De boekhandel van de heerlijk erudiete Léon Lemahieu heeft eigenlijk geen naam. Het is ook niet echt een boekhandel, maar iets dat laveert tussen een antiquariaat en een salon. Gemeenzaam wordt het dan ook ‘Salon Léon’ genoemd. Openingsuren: ‘Meestal gesloten’.
Je vindt er niet alleen boeken, maar ook bijzondere posters, foto’s en kunst. Het is een plek waar je je meteen thuis voelt, al ben je er nooit eerder geweest. Je snuistert door de hoge rekken en stapels met literaire parels, terwijl je flarden van levendige gesprekken en discussies opvangt. Af en toe de hoge ‘plop’ van een kurk die uit een fles rode wijn wordt getrokken, gevolgd door het typische ‘glukglukgluk’ van mensen die weten wat genieten is. Als je g(e)luk hebt wordt er een glas in je handen geduwd en wordt je neergedrukt op de fluwelen bank der vriendschap. Léon babbelt graag met zijn mensen. Altijd in de diepte, nooit oppervlakkig.
Zijn salon is daarom een echte pleisterplek waar kunstenaars en schrijvers elkaar mochten en nog steeds mogen ontmoeten. Het is een soort gezellig Vagevuur; een plaats waar de levenden en de doden elkaar kruisen, terwijl de legendarische J.M.H. Berckmans als een alwetende God, hoog aan de achterste muur, de hele boel met scherpe blik overschouwt. Léon is trouwens ‘goede Zachaar’ in de boeken van Berckmans, en hij vertelt graag over zijn overleden vriend. De anekdotes zijn eindeloos.
‘Eindeloos’ is misschien zelfs het enige woord dat nodig is om de boekhandel van Léon te beschrijven: een eindeloos aanbod, een eindeloos inspirerende plek, een eindeloos schone mens, met eindeloos aandoenlijke verhalen…