d’ Ouwe Egberts

Oude mensen zijn doorgaans dol op koffie. Een warm kopje Douwe Egberts, liefst met een grote Delacre-doos erbij. Hun fijne, rimpelige lippen drukken ze dan zachtjes tegen het gebloemd Chinees porselein aan, om met opgetrokken wenkbrauwen de eerste laag koffie weg te slurpen en een verrukte ‘aaah’ uit te kreten.

Ik kende in mijn jeugd maar één oud mens dat geen koffie lustte. Ik ben haar naam vergeten, maar het was iemand van de Ziekenzorg die regelmatig op ronde ging om het parochiaal maandblad uit te delen. Een Limburgse van Munsterbilzen, geloof ik. Enfin, koffie dat vond ze maar kolengruis.

Bij voorkeur dronk ze groene thee omdat die tsjokvol fytonutriënten zat die je leven aanzienlijk verlengden. Tweeëntachtig vond zij kennelijk nog niet oud genoeg. ‘Die thee is een levensverzekering,’ meende ze. ‘Een levensverzekering! Ik snap niet hoe die Chinese dynastieën met al hun groene thee ooit zijn kunnen uitsterven… Het is goed tegen vanalles en nog wat; hart- en vaatziekten, stress, beroertes, rimpels, artrose…’

Hoewel deze mevrouw een trouwe kerkgangster was, hield zij toch ook zeer van de ‘Oosterse wijsheden’. Voor haar raam stond zo’n dikke bronzen Boeddha en in haar kleren hing nog het gebrande cederhout van de avond voordien, waarop ze op een groot, handgecrocheerd kussen had neergezeten om niks anders te doen dan groene thee te slurpen. Ze vond het rustgevend, en eigenlijk ook spiritueel.

Voor haar mocht theedrinken dan ook op een meer rigoureus en filosofisch voetstuk worden geplaatst. Van het koken van het water, tot het voorzichtig nippen van de mok: een moment van verstilling dat gerust gepaard mocht gaan met wat plechtigheid en diepgang. En dat was heel wat anders, zo zei ze eens met gekrulde neus, dan het haastig opschenken van dat bitter kolengruis, van die koffie, waar iedereen zo verslingerd aan is maar zo zenuwachtig van wordt als een losgeslagen ‘koekerel’.

Dan riep ze nog iets over de bijnieren en cortisol, en over de benzine van de loonslavernij, om dan met hoog geheven vinger nog een rits andere contra’s op te sommen. Omdat wij geen thee in huis hadden, stelden wij voor om wat paardenbloemen uit de lochting te trekken en die in kokend water te doen. Maar ze weigerde, zei een keer stilletjes ‘oooom’ en nam nog een botersigaartje uit de koekendoos.

Een gedachte over “d’ Ouwe Egberts”

Plaats een reactie