Mijn moeder begrijpt niet dat er mensen bestaan die iets zien in de herfst, en er dan ook nog gedichten over schrijven die bulken van bewondering. Ze kan er niet bij. Rond deze tijd van het jaar staat ze met een gekrulde neus naar buiten te kijken alsof alles stinkt naar eekhoorntjes en paddenstoelen. ‘God,’ zei ze laatst, ‘ge hebt de software van de seizoenen weer eens verkeerd ingesteld, hé!’ Daarna keek ze op haar horloge, om dan zeer ernstig te verkondigen dat de dag nu even lang is als de nacht.
Ik heb mijn liefde voor de herfst dus niet van haar geërfd. Ik vind het eigenlijk de beste, mooiste, heerlijkste tijd; de tijd waarin de natuur het duidelijkst tot mij spreekt. In de herfst word je getrakteerd op een orgie van beelden, geuren en geluiden. De zon staat anders aan de hemel en werpt een mysterieus licht dat de naderende verandering voorspelt. De verstikkende hitte wordt verdreven door een koele bries. Ademhalen gaat plotseling gemakkelijker. Het gretige zweet in de straten verdampt. Je wil zo diep mogelijk inademen, om elk molecuul dat de wind met zich meedraagt in je op te nemen. De lucht is gekruid met de geur van verroeste bladeren en rood fruit.
De vermoeide eentonigheid van het diepgroen van september vervaagt en vlamt op in de scharlaken esdoorns, citroengele populieren en gouden hickories van oktober. Appelbomen kleuren vermiljoen, druiventrossen hangen zwaar. De boomgaarden bieden een laatste lokroep. De dagpauwogen verzamelen nectar voordat de winter hen insluit.
Het Duitse woord ‘zugunruhe’ beschrijft de seizoensgebonden migratie van de vogels. Willen migreren vanuit een onrustig enthousiasme… Het is herkenbaar. Ik lig languit op de bank te luisteren naar Five Leaves Left van Nick Drake. Tegen de gloed van de late septemberavond tekent zich de reislust van wat ganzen af. Ja, in deze dagen van vreugdevolle urgentie zou ik eeuwig willen blijven hangen, als een hele grote, angstaanjagende spin, om elk geluid te horen, en dromerig in de belofte van het eeuwig sterven te staren.
Een gedachte over “Zugunruhe”