Vandaag is het de verjaardag van Lugh, god van het licht, die – naar men zegt – ooit een fee het hof maakte door haar te wijzen op het nut van de dorsvlegel. De liefde bloeide kort, want feeën hebben niets met landbouw. Toch wordt er sinds mensenheugenis op 1 augustus een brood gebakken ter ere van hem.
Ook ik heb dat geprobeerd. Met bananen.
U lacht? U denkt: dat is geen brood, dat is cake met ambities. U hebt gelijk. Mijn poging tot sacrale bakkunst eindigde in een zwartgerande schim van wat ooit een vrolijke tros was. Het rook al naar herfst. Vergaan. Maar misschien hoort dat zo.
Want Lughnasadh, hoe onbekend ook bij de doorsnee supermarktbezoeker, is het feest van de eerste oogst. Van overvloed en dankbaarheid, al is het maar voor een gesmolten plak bananenbrood en een nieuwe theepot in de vorm van een pompoen – een trouvaille die mij bij de kassa meewarige blikken opleverde van mensen zonder fantasie.
Ik heb vandaag niemand gezien. Geen god, geen feeën. Alleen Ozzy Osbourne die in mijn hoofd zacht “I’m going through changes” neuriede, terwijl de zon onderging achter de vensterbankplanten.
Nog zeven weken tot de herfst. Of, als u het anders wilt horen: nog zeven weken tot het moment waarop alles mag kraken, vallen, verdwijnen. Maar eerst nog een restje zomer, en misschien… nog een poging tot brood. Zonder banaan.