Deed dit grijze vochtige weertje U vandaag ook niet terugdenken aan de ‘educatieve’ schoolreizen die U destijds hebt gemaakt naar o.a. Bokrijk, het Zwin en Fort Breendonk?
De paasvakantie was gedaan en de kinders moesten terug ‘in gang schieten’ middels een speelse uitstap naar een godvergeten oord waar U nog steeds trauma’s aan overhoudt:
Daar stond U dan te wachten op de schoolbus om half zeven ’s morgens (nog vroeger dan anders) in een fluo roze K-way uit christus’ tijd en (in mijn geval) een ‘klakske’ op van Jupiler, dat pa gratis bij nen bak bier had gekregen. En een paar caouchouc botten en een rugzak met schrijfgerief, lunchpakket en ‘reservekleren’. Allemaal tegen de regen, want schoolreizen begonnen altijd veelbelovend maar impliceerden na een uur onherroepelijk hondeweer!
Herinnert U zich nog dat de “coolcats” altijd achteraan samenhokten in die bus om daar hun eerste lief binnen te draaien? En de primi steevast vooraan gingen zitten bij de leerkrachten? U zat in het midden, naast de rossen dikzak waar niemand zich spontaan naast neerpootte, om vervolgens anderhalf uur in een uiterst ongemakkelijke stilte door het raam te zitten turen.
Eenmaal bij de bestemming aangekomen werden ‘vragenbundeltjes’ uitgedeeld, met info over het desbetreffend oord. Helaas beschikten wij destijds niet over smartphones om die info onmiddellijk op te zoeken en te verzaken aan verdere narigheid. Maar nog voor U de educatieve speurtocht goed en wel had aangevangen stond de helft van de klas al voor U met de vraag of ze Uw zoekresultaten mochten overschrijven…
12u. De lunch werd, in het beste geval, genuttigd in een kantine die sinds den oorlog niet meer gekuist was. Oftewel buiten, op houten banken waarvan U de splinters nog steeds in Uw achterwerk voelt steken als U eraan terugdenkt. Het fameuze lunchpakket bestond meestal uit een brooddoos met een drietal sandwichen die door de enorme hoeveelheid krabsla (die Uw moeder er dan tóch had tussen gesmeerd) volledig zompig geworden waren. Op de koop toe werden er ‘melkskes’ van Joyvalle en appels uitgedeeld die evenmin de eetlust ten goede kwamen.
Weet U nog dat er ’s middags een veel te lange rondleiding gegeven werd door een overjaarse gids met een onverstaanbaar accent die U amper kon horen of zien? Misschien gruwelt U ook nog van dat openluchtmuseum, dat meestal bestond uit evocaties van dorpen uit de Bronstijd met huisjes waarin enge poppen dienst deden als figurant. En informatiepanelen waarvan U enkel de eerste zin las. Of die ellenlange wandelingen die werden afgesloten met een ‘vlottenbouw’ om vervolgens terug naar het beginpunt te kunnen peddelen…
En herinnert U zich uiteindelijk nog dat ultieme moment van verlossing? Wanneer de schoolbus terug aan de horizon verscheen en U Uw verzopen lijfje te ruste legde in die muffe zetel.
Wat een zaligheid te kunnen indommelen op de schouder van die malse dikkerd, die nu nog steeds Uw beste vriend is!