Men zegt altijd dat een mens in de winter de neiging heeft om te verdikken. Bij mij is dat net het omgekeerde. In de zomer wil ik wat we allemaal willen: vet. Want wat eet een mens nu liever als hij te lang op terras is blijven plakken? Sla?! En geloof me, die onschuldige aperitiefhapjes blijven harder aan de kont kleven dan winterkost! Vraag maar aan mijn vriendin Cora (van Mora).
Ik dacht niet spontaan aan sporten, maar mijn weegschaal wel. Ach, zo maakt een mens nog eens nieuwe vrienden, dacht ik bij mezelf. Fitness klonk me echter iets te Richard Simmons en aerobics een tikkel te Jane Fonda. Daarom dan maar een proefles Pilates genomen. Oftewel: hoe plooi ik mijzelf ’t verschot in tien lessen. De oefeningen hadden moeilijke namen. Ik noemde ze uit gemakzucht ‘zwemmen op het droge’ en ‘kakken in de lucht’. Dit tot ergernis van de lesgever die me vroeg om flauwe mopjes thuis te laten. In het vervolg laat ik mezelf gewoon thuis, antwoordde ik met de flair van iemand die zichzelf grappig vindt. Toen hij met opzet het tempo opvoerde, waardoor ik niet meer wist of ik nu zwemmen of kakken moest, verdronk het kalf helemaal. Een van de medecursisten gaf hem gelijk: humor hoorde hier niet thuis. Zij had naar eigen zeggen ‘iets sacraal’ gevonden in zijn lessen en dat moest zo blijven. Ze had een tulband en haar hond meegebracht. Het beest keek van de kantlijn toe hoe we onszelf op de meest pijnlijke manieren dubbel vouwden. Van een hondenleven gesproken, hoorde ik hem denken. Een les was genoeg om te weten dat het nooit tot een inschrijving zou komen, noch tot een nieuwe vriendschap. Hoewel ik die hond bijzonder sympathiek vond…