Améthiste, Topaze en Emeralde
dansen achter beparelde ruiten
De wolken huilen
om het vertrek van Zomer
Herfst heeft haar verdrongen
De furie die de bomen
doet ruisen en de brandganzen
naar het zuiden jaagt
Die wind en melancholie
door de Vlaams-grijze
straten blaast
en mijn hart
de nodige verkoeling brengt
Haar haren blinken in
in het koper en brons
van eenzame middagen
Ingetogen uren van
gepermiteerde verveling
Genieten van de routine
en rijpe druiven in een
kelk van Boheems kristal
Enaudi speelt mij moe
en de zetel omsluit me
Een laaste kus van de dame
met de vochtige, robijnrode lippen
alvorens ik de ogen sluit
onder de warmte van
een laatste streep nazomerzon