De kerstverlichting gaat definitief de doos in en de kerstbomen worden op de brandstapel gegooid
In rusthuis Avondvrede blijft het echter het hele jaar door kerst. Dat krijg je met personeelstekort.
Oma zit naast de kerststal waarin een lapjeskat – vervaardigd uit konijnenvel- ligt. “’t Is al een oud beestje!”, zegt ene Yvonneke. Haar wangen blinken als suikerappels. Ze zegt tegen oma dat ze zich hier gauw thuis zal voelen. Braaf Yvonneke.
De processie van knikkende knieschijven en piepende rollators baant zich een weg naar de kantine voor een filterkoffie met prefab-pannenkoek. Ik ga mee en bestel een deca. “Kamer 320?”, vraagt men vanaf de toog. Nee, hier wordt koffie niet gratis geschonken, zoals thuis, hier komt gezelligheid op de eindfactuur.
Ondertussen pakt moeder de bananendozen uit; foto’s van mensen die oma amper nog herkent, souvenirpoppetjes van vergeten reizen, kleren die oma nooit meer dragen zal, en een ‘lieve vrouwke’ dat ik bijzonder kwalijk neem dat het zover is moeten komen. Zover van huis, zover van het vertrouwde, zover van hoe het ooit was. De wandklok hangt ze niet op, want tijd is er niet meer. Enkel nog het moment.
Op de achtergrond klinkt ‘Viva Espana’. De bewoners zingen mee. Zich verbeeldend dat ze in jonge, brons-gebruinde lijven, een sangria klinken aan de Costa del Sol. En hoewel de zon voor velen al lang is ondergegaan, in rustoord Avondvrede, was er toch weer even warmte en licht. En zo hoort dat, op zondagmiddag.