(Voor F.Dv)
Veel te korte jeugd,
onbezonnen jaren,
hemel zonder horizon,
laat ik jou nu varen?
Is de tijd echt daar?
Ligt het beste achter mij?
Zal ik ooit nog herbeginnen
of keert weldra het tij?
Wacht mij slechts de stilte?
Waarvoor zal ik nog leven?
Zal de milde herfstzon mij
ook nog warmte geven?
Nu de zomer is gaan liggen
en de rijpe vruchten vallen,
zal de levenswijn nog zoet zijn?
Zal de smaak mij nog bevallen?
Ik weet niet wat de leeftijd brengt,
wat het noodlot mij zal schenken:
de wijsheid of de eenzaamheid,
meer doén, minder denken?
Zullen tegenslagen mij nog raken?
word ik mild of net gehard?
Zal de liefdesbloem nog groeien
in de tuinen van mijn oude hart?
Blijf ik kwiek en vreugdevol?
of krijg ik oude-mensen-kwalen?
Zal de schoonheid mij nog kussen
en charme uit mijn ogen stralen?
Zullen grijze haren mij goed staan
en rimpels mij karakter geven?
Zal ik in de tijd die mij nog rest
de jeugdigheid ooit herbeleven?
Ach, weten doen wij weinig
maar goed, ik weet één ding:
de jeugd moet ooit eens varen,
wordt altijd een herinnering
Schilderij: Carl Holsoe