De vakantie is begonnen en de massale uittocht naar het zuiden kan van start gaan. Met volle goesting en dito kofferbakken bevolkt de belg weer in grote getale zijn tweede thuis, de snelweg, om na enkele dagen file uitkomst te vinden in een ‘all inclusive’ hotel. ‘Inclusive’ staat voor hotelkamer met ranzig buffet en buikloop, en dat wel zes keer per dag.
Het doel van deze vakantie is meestal te verzaken aan Belgisch weer, maar ook in een zo kort mogelijke tijdsspanne onnatuurlijk bruin te blakeren en het ‘verslapte’ seksleven nieuw leven in te blazen door de koters of bejaarde ouders ‘die nog eens mee wilden’ te dumpen bij de kinderanimatie.
Aan het zwembad geniet de vakantieganger het summum van goede kledingsmaak, leest hij een goedkope pageturner of slaat hij uitzonderlijk een praatje met taalgenoten. Tenzij dat Limburgers of ‘Ollanders’ zijn natuurlijk…
Zij die niet wensen te zonnekloppen bezoeken graag eens ‘het stadje’ waar ze de authentieke winkeltjes afstruinen op zoek naar volstrekt waardeloze doch ambachtelijk vervaardigde souvenirs zoals koelkastmagneten, sierborden en plaasteren herdersbeeldjes. China leek nooit zo dichtbij. Uiteraard worden er ook ansichtkaarten geschreven naar het huisfront (die negen kansen op tien de postbus nooit zullen halen).
Van dit alles worden tot slot duizenden foto’s genomen die daarna zorgvuldig worden gebundeld in een album van het Kruidvat, en waar verder geen kat ooit nog naar kijkt. Behalve de buurvrouw dan, die bij thuiskomst onder het mom van een gezellige koffieklets in de val wordt gelokt om die eindeloze ondingen te doorbladeren.
Ach, we kunnen het de belg niet kwalijk nemen. We gunnen hem dat klein beetje luxe dat hij zich nog kan permitteren in deze economisch precaire tijden. Op een dag zal hij het hoogstwaarschijnlijk terug met ‘de zee’, ‘dardennen’ of ‘den hof’ moeten doen, zoals wij, die daar eigenlijk niet zo rouwig om zijn.