En dan studeer je jarenlang allerlei menswetenschappelijke vakken om uiteindelijk in een damesboetiekje terecht te komen. Maar af en toe komen al die lessen psychologie toch goed van pas. Want ik kan het je vertellen: je krijgt wat over de vloer, in zo’n winkel. Maar dan zijn er ook zo van die klanten waar je ’s avonds voor het slapengaan met weemoed aan terugdenkt. Zo had ik laatst een oude man binnen die ietwat verdwaasd en onwennig om zich heen keek, alsof hij zonet de Pabo was binnengestapt. ‘Ge verkoopt hier geen manshemdes zeker?’, vroeg hij aarzelend. Eigenlijk kende hij het antwoord maar bleef toch nog even staan ‘om wat rond te kijken’. Waarmee hij dus eigenlijk bedoelde dat hij een praatje kon gebruiken. Hij vertelde dat hij al uren op zoek was naar een kerstgeschenkje voor zijn zoon. Normaliter deed zijn vrouw dat altijd maar die was begin dit jaar overleden aan ‘een kwaaie ziekte’. Sindsdien, zo beweerde hij, hadden zijn kinderen haar proberen te vervangen met allerlei technologische snufjes: een ‘insta-pot’ cooker om zijn eten te bereiden, een digi-tv om zijn avonden op te leuken en een Iphone om al de rest wat zijn vrouw deed nu voor hem te doen: mensen bellen, dingen opzoeken, dingen bestellen, dingen betalen, dingen onthouden. Maar hij had er lak aan, aan ‘tinternet’. Ze hadden het hem wel tien keer voorgedaan maar het ging er gewoon niet meer in. Teveel ‘knopkes’…
En hij moest op zijn gezondheid letten van zijn dochter en in plaats van boter nu olijfolie in zijn cooker doen. Dat hielp zijn Iphone hem dus onthouden, en ook dat hij zijn pillen moest pakken, groenten moest eten, op tijd naar bed moest, en nog heel wat andere geboden die zijn kinderen in dat rotding hadden voorgeprogrammeerd.
Zijn jasje rook echter niet naar bloemkool maar naar frieten. In veel gevallen de geur van eenzaamheid. Ons praatje werd onderbroken toen hij ineens werd opgebeld. ‘Dju, weer de verkeerde knop!’ kreet hij, ‘ Ach, ze bellen ooit wel eens terug…’ Ze hadden ‘de vier seizoenen’ van Vivaldi ingesteld als ringtone. Maar dat waren er hem duidelijk nog vier teveel.