Als de rozen reeds verflenst in de vazen staan
De stoet van meligheid voorbij is gegaan
Het liefdesgekreun door gesnurk werd vervangen
Het satijn terug gewassen in de kast werd gehangen
De zwoele parfums in de lucht zijn vervlogen,
de kaarten vol liefs bij ’t oud papier zijn gevlogen
Kunnen we pas écht, de echte liefde vieren
die we voor niets of niemand moeten versieren
met allerlei slingers en linten en tierlantijntjes
maar stil en subtiel, achter gesloten gordijntjes
In alle eenvoud, zonder vijftig tinten van rood,
zonder die overkill aan zoetigheid en koekebrood
Gewoon gemeenzaam genieten dat ‘ik’ en ‘gij’,
nog iedere dag, vrijwillig versmelten tot ‘wij’
Interessant en verrassend alweer, speels woordenspel met levensernst.
In de laatste regel lijkt me de keuze van het werkwoord wel ongelukkig, want dat woord is technisch altijd pejoratief, terwijl de inhoudelijke gang lijkt dankbaar en tevreden te zijn.
Groetjes
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel. Ja, je hebt gelijk wat het werkwoord betreft. Ik zal het voor jou veranderen 😉
LikeLike
Ja, voor mij én voor de consistentie in jouw verhaal.
Fijn. Het klinkt al veel beter.
Zondagavond groet. SH
LikeLike