Ik werk in een straat waar verschillende reisbureaus gevestigd zijn. De mensen lopen er nu al de deur plat voor de vroegboekkortingen op tickets naar de zon. Bij Neckermann krijg je er op de koop toe een gratis petje bij. Frustrerend is dat. Zeker omdat wij deze zomer weer op ‘staycation’ gaan. De zolder moet worden verbouwd en verbouwen kost geld. Zo ging het thuis dus ook altijd. Ieder jaar beloofden onze ouders een reis naar diverse Costas del Sol, om dan uiteindelijk in een dorp zoals Poupehan te belanden. Toegegeven: onvergetelijk. De enige reden dat we ervan hielden was omdat het woord ‘poep’ erin voorkwam… En het hadden best mooie zomers kunnen zijn, ware het niet dat het vakantiepark langs alle kanten omringd werd door reuzegrote kerstbomen. Zelfs in de zomer was de winter nooit veraf. Onze vakanties gingen eigenlijk vaak in rook op. Letterlijk dan. Mijn ouders hielden van de Ardennen omdat ze daar nog tabaksvriendelijk waren, en niet raar opkeken als er gerookt werd in de auto met kleine kinderen op de achterbank. Een van hun favoriete culturele stops was dan ook het Tabaksmuseum in Corbion-sur-Semois. Bijzonder boeiend voor een kind… Wij leerden er al op jonge leeftijd hoe je moest puffen, blazen, kringelen en pijpen. En hoe je van je longen een uitgeleefde, piepende trekzak moest maken. Om er geen complete cultuurreis van te maken, probeerde mijn vader ook wat sport te integreren door bijvoorbeeld de hoogte van Rochehaut te beklimmen. En dat ging behoorlijk op en af, met vreselijke haarspeldbochten en wel 5 stijgingen per 150 meter. Maar onze Citroën trok dat.
Van iedere kajak wisten mijn ouders bovendien een stoomboot te maken want ook daar moest er gerookt worden. Om het allemaal toch enigszins kindvriendelijk te houden vertelden ze ons dat dit niet alleen de streek was van verstokte pijprokers maar ook van Godfried van Bouillon, van de Kelten, en van vele mythes en legenden over heksen, feeën en magische Maanstenen. En daar stonden we dan ineens, op het letterlijke en figuurlijke hoogtepunt van de vakantie, uit te kijken vanop de ‘crète’ over het befaamde Graf van de Reus in Botassart. ‘Ligt hier werkelijk een reus begraven, pa?’ vroegen wij opgewonden. ‘Natuurlijk niet! Maar er moet daar wel nog ergens tabak worden gekweekt, geloof ik…’
Weer goed raak dus.
Ik vind het wel… fascinerend, wat vreemd ook, maar helemaal verantw9ord, congruent met de Geest van de Tijd en zijn evolutie en van deze van de schrijfster en van mijzelf als intussen volwassen lezer en ervaren schrijver: hie, wellicht voor het eerst sinds tweeduizend jaar, en zeg dan maar meteen voor het eerst dinds het begin van de geletterdheid van onze soort, dat we een schriftelijke en literaire visie krijgen van wie ooit de onderworpen dochter is geweest, op de vaderfiguur… en wel op meer meesterlijk wijze bemeesterd en trefzeker én speels vastgepind in letters en woorden, beter allicht dan deze pater familias destijds baas kon spelen en zijn. De perfecte come back, De subtiele wraakneming, de aflossing van de Wacht… – Zouden al die tientallen generaties vrouwen, van in de Egyptische tijd en cultuur, tot de Vlaamse van rond 1940…nu geboeid, lichtjes jaloers maar toch vooral tevreden, over onze schouders mee kijken en lezen?…
LikeLike