Oef!
De Halloween-gekte is voorbij. Geen gemaskerde ettertjes meer die me op een onkatholiek uur van MIJN snoepgoed komen beroven, geen kitscherige horrorfilms meer die me ’s nachts voor ogen schemeren, en geen Halloweenparty-foto’s meer van vriendinnen die nog eens voor ‘sexy heksje’ poseren of met een zelfgemaakt kostuum een Tim Burton-figuurtje verkrachten.
Nu, zo’n vreselijke zemelaar ben ik ook weer niet. Er was ooit zelfs een tijd, toen ik nog een zoekende tiener was, dat ik dweepte met de hele new age-beweging. Geen Halloween dress-up, maar dodelijke ernst; Keltische mythologie, wicca, sabbats, seances, occulte, etc. Enfin, u snapt het plaatje wel. Ik droeg lange zwarte gewaden, paarse stressen in mijn haar en had een abonnement op de boeken van Vivienne Crowley, zoals daar waren ‘Natuurmagie en hekserij’ en ‘Het neopaganisme’. Op Samhain maakte ik dan, net zoals die boeken mij voorschreven, een ‘maancirkel’ die mij dichter bij de dodenwereld en het transcendentale moest brengen. Een maancirkel? Jawel, een grote cirkel van theelichtjes die dan één voor één, op rituele wijze, gedoofd moesten worden onder de geur van een brandend bosje rozemarijn en bezwerende keelgezangen. Thuis dacht men wel eens dat ik een toeval kreeg, maar toen ze mij daar zagen zitten, tussen de magische kristallen en de wierook, en met rode henna-klei in mijn haar, wisten ze wel dat er helemaal niks aan de hand was…
Ik hield toen van zo’n rituelen, en eerlijk gezegd hou ik er stiekem nog steeds van. Ik vind het jammer dat er tegenwoordig niks nog heilig is, of nog heilig mag zijn. De magie is verdampt. Volwassenen horen niet met dergelijke onzin bezig te zijn. Kaarsen en rozemarijn branden, dat is iets voor zweefteven en esoterische losers. En ik denk ook niet dat mijn man het zou appreciëren moesten er plots wicca-altaartjes in zijn modernistisch interieur verschijnen.
Maar tijdens het druilerige, grijze Allerheiligenweekend zouden die vaak zalvende rituelen de hele boel toch flink wat opvrolijken. Van de traditionele pannenkoekenbak op 1 november is immers ook al lang geen sprake meer… En aangezien al mijn dierbare overledenen gecremeerd zijn, is er ook geen graf om bijvoorbeeld eens een frisse ruiker bloemen op neer te leggen, of geen zerk om liefdevol te onderhouden. Kortom, er is haast niks meer dat we kunnen doen om onze dierbaren in deze fysieke wereld nog een beetje verder te verzorgen of te eren, buiten het melancholisch zitten staren naar een ingelijst portret op de kast. Maar ik… ik maak dit weekend in mijn hoofd nog steeds maancirkels. Voor hen. En ze flonkeren en schijnen warm, rond het graf van mijn mooiste herinneringen.