Het weer: geheel gesteld om te lijden, zoals men dat vroeger zei. En iedereen is op vakantie. Het betere achterblijfgevoel… Gelukkig zijn er nog van die ouderwetse brasseries die ons eraan herinneren dat het hier ook goed kan zijn. Van die tearooms met bruine lambriseringen, een beslagen spiegel erboven en een krant tussen een houten klem. Ik ga bij het raam zitten, aan zo’n typisch patiencetafeltje voor eenzame zielen, en bestel een wafel met krieken en een koffie Grand Marnier. Ik krijg er een in mooie laagjes, geserveerd in een glas op een voetje, met een grote stront slagroom en chocoladeschilfers erop. Dat is nu eens wat ik troost noem.Ik wil net mijn volgende cursiefje beginnen dromen wanneer er een stokoud vrouwtje komt binnengewaaid. Een mager, verrimpeld vrouwtje van niet meer dan een meter vijftig, met een loden jas en een paar Izegemse schoenen in maat 35. Het beeld van haar transparante regenkapje met witte bolletjes, en daaronder een grijze permanent, stemt me een tikkeltje weemoedig. Alsof het lot het wil, komt ze aan het tafeltje naast mij zitten. Ze bestelt niet meer dan een glas plat water. ‘Gepensioneerden moeten op hun geld letten,’ zegt ze tegen de dienster. Dan wendt ze zich tot mij: ‘ik heb vandaag een vogel begraven die tegen de keukenruit was gevlogen.’ Ik antwoord met een smartelijke ‘oei’. ‘Ach, nee! Ik ben blij dat er vandaag eens iets gebeurt. Dan hebt ge nog eens iets te vertellen tegen de mensen.’ Haar man was recentelijk overleden. Ze gingen ieder jaar omstreeks deze periode naar Spa. Haar oude vingers glijden eens liefdevol langs het flesje water. En ze lacht. Want daar staat ze dan, bij de ingang van het Grand Hotel Des Bains…