De trein vaart langs de vroege herfst
Polders, duinen, korenvelden…
In de verte piekt zo nu en dan
een hijskraan of een kerkje
In het station een va-et-vient
van begerige bezoekers
Sint Paulus beiert lustig en
de meeuwen hebben honger
Een haring op de Visserskaai
Genieten van de lelijkheid
van de zeedijk, bonte stoet,
dat bedlam vol stompzinnigheid
De dagtoerist is koning,
al de rest gefopt.
Wie meer wil, moet de stad in
En bezoekt misschien het Manuscript
of jazzbar Lafayette
met haar bohemiens en dronkaards,
schooiers, schippers, kunstenaars
De schim van Marvin Gaye
Een meisje met een wipneus
Een vrouw met blauwe sjaal
Daar hoog wolkt wat weemoedigheid
zoals de laatste reis
van een moe gevaren oorlogsschip
Nog gauw een korte wandeling
langs die ouwe gaanderijen
waar de zee altijd verschijnt
als een marine van pastel
De koetsen zijn verdwenen
Ook geen grote hoeden meer
Slechts wansmaak en satire
in de schemer van een rode zon
Tiktok, hiphop, baseballpetjes
en elektro-sigaretten
Een windstoot en een duizeling…
De nacht valt in de haven
De laatste boot vaart uit
naar het grijze Fort Napoleon
De carrousel draait nog een rondje
voor de paardjes weer gaan slapen
De maskers worden afgezet
en Oostende ruist weer rustig voort
zoals de Noordzee haar heeft voorgeleefd