Het ligt in de natuur van de mens om voortdurend uitzonderlijke genoegens na te streven. We houden van het zeldzame, het exotische en onbekende dat ons moet verrassen. Waarom appreciëren wij kaviaar meer dan een spiegelei? Waarom appreciëren wij de violist op het podium meer dan die op de straathoek? Waarom focussen wij ons voortdurend op ‘grootste plannen’; verder reizen, een groter huis, meer carrière? Niet dat al die dingen verkeerd zijn, maar ongewild vertonen ze een venijnige en nutteloze vooringenomenheid tegen het goedkope, het gemakkelijk verkrijgbare, het gewone, het bekende en het kleinschalige.
Als iemand zegt dat hij op cruise is geweest naar de Caraïben gaan we er automatisch van uit dat hij het beter heeft gehad dan iemand die naar het plaatselijke park is gefietst. We stellen ons voor dat een bezoek aan Rome altijd leuker zal zijn dan het lezen van een boek in de achtertuin. Een restaurantdiner met ‘plat fruit de mer’ klinkt een stuk indrukwekkender dan een kom soep bij ons thuis. Een weekend in de wellness klinkt zoveel beter dan een paar minuten naar een bewolkte lucht kijken. En het voelt vreemd om aan te nemen dat een bescheiden vaas met tulpen dezelfde voldoening kan geven als een schilderij van Van Gogh.
Plezier is iets paradoxaals en iets opmerkelijk kwetsbaars. Een ruzie kan een luxeverblijf op een tropisch eiland teniet doen, en alleen in een vijfsterren-restaurant dineren biedt geen soelaas aan eenzaamheid. Een waar plezier kan heel eenvoudig lijken – een appel eten, een bad nemen, fluisteren in bed, praten met een grootouder, oude foto’s doorbladeren – en het toch allesbehalve zijn. Het is frappant hoeveel goede dingen wij op een oneerlijke manier verwaarlozen. Een klein genoegen is geen aanslag op de ambitie, maar een groot genoegen ‘in wacht’; iets dat nog niet de collectieve erkenning heeft gekregen die het verdient. Een rusteloos leven lijkt vaak een succesvol leven, en niets mag té lang goed genoeg zijn. Maar door onszelf zo bezig te houden met die onbereikbare uitmuntendheid, zien we de meer bescheiden genoegens, dichter bij huis, vaak over het hoofd. En dat is jammer.
Had ik een goed voornemen voor 2022? Wel ja, dat dus, die kleine dingen… Ik wens ze u van harte!
Een gedachte over “Pleidooi voor het kleine leven”