Ik doe het nu al een jaar zonder wagen en nam nog nooit zo vaak het openbaar vervoer. Door geregeld met de trein te reizen, heb ik enkele eigenaardigheden bij mezelf ontdekt. Een soort dwangneuroses. Zo wil ik bijvoorbeeld niet alleen in de rijrichting zitten, maar wil in het heengaan ook altijd aan de linkerkant van het rijtuig zitten en in het weerkeren altijd rechts. Hetzelfde doe ik als ik een stad bezoek; links erin, rechts eruit. Met de klok mee dus.
Vandaag was ik in Antwerpen voor de bespreking van een nieuw schrijfproject. Ik was er vroeg, op een uur dat er nog Aantwaarps wordt geklapt op de Meir. Jaja, onder de vuilnismannen zitten er nog echte sinjoren. (-Dadoddeniegedochtei?)
De hele dag stond eigenlijk in het teken van schrijven. Antwerpen lijkt dat in een mens los te weken. Eerst heb ik mijn favoriete boekhandel in de Wolstraat bezocht. Niet de Groene Waterman, maar het stoffige antiquariaat van Leon Lemahieu, gelegen aan de overkant. Het ruikt er naar riool, maar de man heeft leuke posters. Nadien heb ik een koffie gedronken in de zetel van de Antwerpse kunstenaarsbohème, de Muze, waar ik een stukje schreef over het wonder van Shazam en de Hot Club de France. Maar dat is voor later.
En ware het niet van mijn neuroses geweest, dan was ik vast niet op het terras van de Hulstkamp beland (want dat ligt op de terugweg en dus rechts op de Keyserlei). Hulstkamp, het stamcafé van Paul van Ostaijen. Niet de meest poëtische keet van ’t stad, maar van de strüdels word je lyrisch. Het café nodigt in ieder geval uit tot contemplatie. Misschien omdat het honderd jaar oud is en twee wereldoorlogen heeft gezien. Het koppel naast mij had het over Marioepol, bezette stad, en ik bestelde nog een strüdel. Met ijs. Profiteren is tegenwoordig geen optie meer, maar een gebod.
Enfin, ik mis de Toyota Yaris, maar die leverde geen cursiefjes op. En haiku’s evenmin…
‘Rechts in de wagon
Zinkt een vrouw tegen het raam
Moe, als avondzon’
En met haar linkerbeen
laat zij zich in bed vallen,
geveld door weemoed die des avonds komt
en niemand kan verklaren.
Zelfs Willem niet.
Bij het krieken van de dag
kust de zon haar wakker.
Zij stapt behoedzaam met haar rechterbeen
de ochtend in.
En groet de dingen…
LikeLike